Naam en zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Stichting Kakaran.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amersfoort.
Doel
Artikel 2
1. De stichting heeft ten doel:
a. het verschaffen van financiële steun en andere hulp aan kinderen en jongvolwassenen in het werelddeel Afrika, met name in het land Senegal, teneinde hen in staat te stellen een opleiding te volgen, in de ruimste zin van het woord, daaronder begrepen het volgen van een beroepsopleiding en/of een universitaire opleiding;
b. het verschaffen van financiële steun en andere hulp aan scholen en opleidingscentra in het werelddeel Afrika, met name in het land Senegal;
c. het verschaffen van financiële steun aan ziekenhuizen en andere medische instellingen en opleidingscentra in het werelddeel Afrika, met name in het land Senegal, teneinde hen in staat te stellen hun medische zorg zo goed mogelijk te verrichten, mede in het belang van schoolgaande en studerende kinderen;
d. het verschaffen van financiële steun aan jong volwassenen om hen na het –
beëindigen van hun opleiding in staat te stellen zelf in hun levensonderhoud te voorzien;
e. het geven van voorlichting aan Nederlanders omtrent maatschappelijke,
politieke en culturele aspecten van het land of de landen aan welke
bovenvermelde financiële steun en hulp verleend zal worden;
f. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de
ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
– het werven van fondsen en het recruteren van donateurs, waarbij het
mogelijk is dat aan een donateur een kind zal worden toegewezen in dier voege dat de steun of hulp van die donateur specifiek bestemd zal zijn voor het desbetreffende kind of de jongvolwassene;
– het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten.
Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen
Artikel 3
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen
aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf bestuurders.
2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures
moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden
een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van
secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
3. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn
bevoegdheden.
5. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
Bestuur: taak en bevoegdheden
Artikel 4
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, waarbij het
bepaalde in artikel 6 van toepassing is.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten,
waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich
voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van
een ander verbindt, waarbij het bepaalde in artikel 6 van toepassing is.
4. Het bestuur heeft de mogelijkheid een directeur te benoemen die zich
overwegend bezighoudt met het dagelijks bestuur van de stichting. Een als zodanig benoemde directeur kan door het bestuur worden geschorst en
ontslagen.
Bestuur: vergaderingen
Artikel 5
1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats
als bij de oproeping is bepaald.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een
vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval
aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders
daartoe de oproeping doet.
4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren,
de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door
middel van een oproepingsbrief.
5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de –
te behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is
voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat
moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige
bestuurder.
7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen
worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als
voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens
bewaard door de secretaris.
8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde
bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
De directeur als bedoeld in artikel 4 lid 4 heeft geen stem in de vergadering.
Bestuur: besluitvorming
Artikel 6
1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de
meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of
vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.
2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders
aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
3. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn,
kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende
onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten
gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in
acht genomen.
4. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten
nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas
opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter als notulen wordt
bewaard.
5. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
6. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer
bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
7. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
8. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.
Bestuur: defungeren
Artikel 7
Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden;
d. door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders;
e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.
Vertegenwoordiging
Artikel 8
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk
handelende bestuurders alsmede aan een bestuurder en de directeur als
bedoeld in artikel 4 lid 4 gezamenlijk.
3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 leden 2 en 3 kan tegen derden
beroep worden gedaan.
4. Indien door het bestuur een directeur is benoemd als bedoeld in artikel 4 lid 4,
heeft deze alsdan de bevoegdheid de stichting zelfstandig te
vertegenwoordigen voor zover met de desbetreffende feitelijke handelingen of
rechtshandelingen niet een belang gemoeid is dat twintigduizend euro
(€ 20.000,00) te boven gaat. Een directeur is daarnaast niet bevoegd de stichting te vertegenwoordigen terzake de rechtshandelingen omschreven in artikel 4 leden 2 en 3.
5. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan de
directeur als bedoeld in artikel 4 lid 4 of overigens aan derden, om de stichting
binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Boekjaar en jaarstukken
Artikel 9
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles
betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien
uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de
daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op
zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en
verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar
de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier
te stellen en vast te stellen. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
4. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier
gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere
gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging
geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens
gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd
leesbaar kunnen worden gemaakt.
Reglement
Artikel 10
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen
worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling
behoeven.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
Statutenwijziging
Artikel 11
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot
statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een
vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te doen
verlijden.
3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de
gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 12
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 11 lid 1
van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het
liquidatiesaldo vastgesteld. In andere gevallen van ontbinding wordt de
bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld.
4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het
besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder
berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek van toepassing
Slotbepalingen
Artikel 13
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het –
bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare
communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
Bij notariële akte opgemaakt op 9 november 2009 ten kantore mr. M.J. P. van Reeuwijk, notaris te Langedijk.
Kamer van Koophandel nr. 41211347